Belangen en effecten bij het ontwikkelingsproces van perifere detailhandellocaties

De afgelopen jaren is het ruimtelijke ordeningsbeleid van Nederland veranderd. De eerste stap werd gezet door de Nota Ruimte welke op 27 februari 2006 in werking is getreden na behandeling, en goedkeuring, door de eerste en tweede kamer. De Nota Ruimte slaat een andere weg in, in vergelijking met de voorgaande vierde nota. In plaats van beperkingen op te leggen op rijksniveau, wordt zeggenschap gedecentraliseerd naar de lagere overheden. Met de invoering van de Nota Ruimte vervallen het PDV/GDV en ABC beleid en worden vervangen door een overkoepelend locatiebeleid waarvan de beslissingsbevoegdheid gedecentraliseerd wordt naar de lagere overheden. Met het afschaffen van het PDV/GDV en ABC beleid zagen veel projectontwikkelaars kansen voor nieuwe ontwikkelingen in Nederland. Mede door de ontstane verwarring rondom het nieuwe beleid is er een nieuw winkeltype ontstaan in Nederland, de Factory Outlet Center. Dit was voor Van Bochove c.s. aanleiding om een motie, met succes, in te dienen. De motie geeft aan dat nieuwe vestigingslocaties voor detailhandel niet ten kosten mogen gaan van de bestaande detailhandelsstructuur. Echter door de onduidelijkheid omtrent de decentralisatie (wie doet wat) blijven er initiatieven komen van private bedrijven. Dit onderzoek bestudeert de verbanden tussen de belangen van betrokken actoren en de effecten van perifere detailhandelslocaties. De doelstelling voor het onderzoek is als volgt geformuleerd: Het inzichtelijk maken van de effecten van nieuwe perifere detailhandelsontwikkelingen en de relatie tussen deze effecten en de maatschappelijke en commerciële belangen van actoren betrokken bij de ontwikkeling zodat het besluitvormingsproces kan worden versneld.