Zorgvastgoed: ontwikkelingen in de care sector

Editie: 23.1 - Zorgvastgoed: ontwikkelingen in de care sector

Published on: 11 december 2015

De zorgsector is grofweg op te delen in een cure sector, zorg met genezing als doel, en een care sector die de lange termijn verzorging omvat. De invloed van de ontwikkelingen is het grootst in de laatst genoemde sector.


Bij vrijwel niemand zullen de, al dan niet toekomstige, ontwikkelingen in de Nederlandse zorgsector onopgemerkt zijn gebleven. Denk bijvoorbeeld aan de scenario’s die geschetst kunnen worden aan de hand van de vergrijzing in Nederland, de privatisering van de zorgsector inclusief de gevolgen daarvan en de recentelijk doorgevoerde Herziene Woningwet. Deze ontwikkelingen hebben allemaal hun uitwerking op de zorgsector en daarmee ook direct het zorgvastgoed in Nederland. De zorgsector is grofweg op te delen in een cure sector, zorg met genezing als doel, en een care sector die de lange termijn verzorging omvat. De invloed van de ontwikkelingen is het grootst in de laatst genoemde sector. In deze editie van SERVICE Magazine zal de focus dan ook liggen op de ontwikkelingen binnen de care sector van het zorgvastgoed.

 

Verleden
Tot 1950 was er in Nederland geen sprake van aparte zorginstellingen. Zorgbehoevenden konden terecht bij een klooster of een gasthuis (weliswaar niet ingericht op zorg), maar de verantwoordelijkheid voor verzorging van ouderen en invaliden lag met name bij de desbetreffende familie. Na de oorlog nam de bevolkingsomvang toe en daarmee geleidelijk aan ook de vergrijzing. Tevens werden gezinnen meer onafhankelijk, was er minder vrije tijd en was er meer geld te besteden, dit met name door een toename van gezinnen met tweeverdieners. Er ontstond een behoefte aan gezamenlijke opvang van ouderen; als logisch gevolg ontstonden er bejaardentehuizen. Bij deze gezamenlijke opvang van ouderen werd ook medische zorg geïntegreerd, resulterend in opvanglocaties te bestempelen als verpleegtehuizen. De integratie van medische zorg bij het wonen zorgde voor een meer gespecialiseerd zorgaanbod. Voor vrijwel alle soorten zorgbehoevenden (en hun naasten) biedt de combinatie van wonen met gespecialiseerde zorg meer perspectief dan verzorging door naasten.

Demografische ontwikkeling
De vergrijzing van de naoorlogse periode heeft zich doorgezet tot op heden. Dat oudere mensen in grotere mate zorgbehoevend zijn spreekt voor zich. Ouderen hebben dan ook een grote invloed op de ontwikkelingen in, en de belasting van, de zorgsector in Nederland. Naast een vergrijzing van de Nederlandse bevolking hebben we ook te maken met een toenemende levensverwachting van de bevolking, een dubbele vergrijzing dus. Naar verwachting neemt het aantal 65­plussers toe van 3 miljoen in 2015 naar 4,7 miljoen in 2050. Het aantal 80­plussers neemt in diezelfde periode toe van 730.000 naar 2 miljoen, deze stijging is op zijn minst fors te noemen. Hiermee gepaard gaat een stijging van het aantal dementiegevallen, deze zal naar verwachting stijgen van 260.000 naar 500.000 binnen 35 jaar, bijna een verdubbeling dus.

Herziende woningwet
Het huidige klimaat in de care sector van het zorgvastgoed is onderhevig aan verschillende trends en ontwikkelingen. Van een aanzienlijk deel van deze veranderingen ligt de kern bij de Nederlandse overheid. Natuurlijk blijft zorg een grotendeels publiek goed, iedereen heeft immers recht op gelijke zorg ongeacht leeftijd en/of inkomen. Echter is enige marktwerking van positieve invloed op de kwaliteit en het aanbod van zorg dankzij het verdedigen of bereiken van een sterke concurrentiepositie. Vanaf 2006 is er vanuit de landelijke overheid dan ook de trend ingezet om de zorgsector deels te privatiseren. Echter is die trend enigszins ingeperkt voor woningcorporaties met de Herziende Woningwet in juli 2015. Ten doel aan deze wetgeving ligt het aanbrengen van een scheiding tussen het bedrijven van DAEB en niet­DAEB activiteiten. Onder DAEB activiteiten vallen het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen waarbij de liberalisatiegrens onder de € 710 huur per maand dient te liggen, boven deze grens zal er een verhuurderheffing van toepassing zijn voor de verhuurder (mits in bezit van meer dan 10 sociale huurwoningen). Onder niet­DAEB activiteiten vallen commerciële activiteiten, koopwoningen en huurwoningen boven de liberalisatiegrens. Door deze splitsing moet de focus bij woningcorporaties volledig op het aanbieden van (sociale) huurwoningen komen te liggen.

Wetgeving zorg
Door de toename in de zorgvraag hebben ook bij de zorginstanties noodzakelijke veranderingen plaatsgevonden. Er is sinds 1 januari 2015 aan de hand van een zorgprofiel van 1 tot en met 10 (1 is weinig zorgbehoevend, 10 is intensieve zorg benodigd) een normering vastgelegd om uit te drukken voor welke mate van zorg je in aanmerking komt en welke kapitaallastenvergoeding de zorgaanbieder hiervoor ontvangt. Zorginstellingen krijgen dus alleen een vergoeding bij het aanbieden aan zorg voor de juiste doelgroep, dit gebeurt middels de zogenaamde normatieve huisvestingscomponent. De doelgroep voor zorginstellingen bevindt zich bij cliënten met een zorgprofiel van 5 tot en met 10 (en een deel van 4). Zorgbehoevenden met een zorgprofiel van 1 t/m 3 en deels uit profiel 4 zullen verantwoordelijk zijn voor hun eigen huisvestingslasten. Deze extramuralisering kan leegstand veroorzaken bij verzorgingstehuizen, de doelgroep van lichte zorgbehoevende cliënten is immers weggevallen. Deze zullen naar waarschijnlijkheid in aanmerking gaan komen voor sociale huurwoningen met eventuele zorgvoorzieningen. Er zal rekening gehouden moeten worden met deze verplaatsing van doelgroepen bij zowel zorginstellingen als woningcorporaties.

Overige ontwikkelingen
Naast het simpelweg uitbreiden van de hoeveelheid zorgwoningen kunnen ook andere ontwikkelingen de vraag naar zorg verminderen en/of het aanbod efficiënter maken. Een uitbreiding van de mantelzorg is een manier om de zorgbehoefte te verkleinen. Tegenwoordig zijn er dan ook weer meer driegeneratiegezinnen dan voorheen, maar dit zal in veel gevallen eerder een noodoplossing zijn dan een wenselijke ontwikkeling. Een betere oplossing is het levensloopbestendig wonen. Zorgbehoevenden en met name ouderen blijken vaak te prefereren om zo lang mogelijk thuis te wonen (Doekhie, 2014), dus voor beide kanten is het voordelig de afhankelijkheid van een zorgwoning te minimaliseren. Een eventuele middenweg tussen zelfstandig en begeleid wonen kan plaatsvinden middels levensloopbestendige wijken; deze clustering maakt gedeelde zorg eenvoudig mogelijk. Een voorbeeld hiervan zijn zogenoemde ‘Care Hubs’, hierin vormen zorgwoningen in het centrum van een wijk een cluster waar zelfstandig gewoond kan worden, voorzieningen dichtbij zijn en zorg binnen handbereik is (van der Laan, 2015). Tevens kan de integratie van domotica in een woning zowel zorgen voor een geschikte levensloopbestendige woning als het efficiënter en goedkoper maken van een zorgwoning.

Thema artikelen
Aangaande de ontwikkelingen binnen het zorgvastgoed in de care sector hebben verscheidene auteurs geschreven in de vorm van een thema column en zestal thema artikelen. Henri Soepenberg zal zijn mening allereerst loslaten omtrent de durf voor het voeren van een innovatief beleid. Dit met betrekking tot de huidige ontwikkelingen in het zorgvastgoed, dit doet hij in het thema column. Vervolgens gaan Maurits Verweij en Philip Idenburg in op het probleem van een tekort aan seniorenwoningen. Hoe verhoudt het spanningsveld zich tussen partijen en is het daadwerkelijk een dermate moeilijke opgave om het woningaanbod af te stemmen op de vergrijzing? George Müller en Gerard Bakker gaan in hun artikel in op het vastgoedmanagement in de zorg. Hoe kan hier een professionalisering plaats vinden, hoe kunnen processen geoptimaliseerd worden en er wordt ingegaan op de vraag: uitbesteden of niet?

Beleggingen in het zorgvastgoed vormen de kern van het stuk van Joost de Baaij. Hoe kunnen de omstandigheden hierin beter worden met het oog op rentabiliteit en waar liggen de kansen binnen het zorgvastgoed? In het artikel van Geertje Besier wordt ingegaan op de (toekomstige) rol van de woningcorporatie binnen het zorgvastgoed. Wat is de invloed van de nieuwe wetgeving en hoe dienen woningcorporaties hier op te reageren? Wat ook niet onderbelicht kan blijven zijn
de duurzame ontwikkelingen waar het zorgvastgoed op dient in te spelen. Harmke Bekkema zet deze ontwikkelingen in haar stuk uiteen. Tot slot zullen Cees van Pagée en Jos Smeets een indruk geven van een andere doelgroep binnen de woonzorg sector. Ze beschrijven hoe een nieuw woondienstenconcept voor jongeren met een psychische stoornis in zijn werk zal gaan.

Al deze artikelen zullen samen verschillende kanten van zorgvastgoed belichten. Daardoor zal er een breed beeld gevormd worden van hetgeen wat zich momenteel afspeelt in de zorgsector aan de care zijde met betrekking tot het zorgvastgoed. Daarnaast zal er inzicht gegeven worden in wat de te bewandelen weg is met het oog op de huidige ontwikkelingen op het gebied van zorgvastgoed. Zodoende zal men goed voorbereid zijn op hetgeen wat de toekomst voor het langdurige (ver)zorgvastgoed zal brengen.

 

Bronvermelding
DTZ Zadelhoff. (2015). Zorg voor corporatiebezit. Opgeroepen op 10 november 2015, van https://www. dtz.nl/media/327420/dtz­brochure­zorgvastgoed

Doekhie, K.D. (2014). Ouderen van de toekomst: Verschillen in de wensen en mogelijkheden voor wonen, welzijn en zorg. Opgeroepen op 11 november 2015, van http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/ Overzichtstudie­ouderen­van­de­toekomst

van der Laan, K. (2015). Juridische Actualiteiten Zorg­ vastgoed: Levensloopbestendige wijken als antwoord op beleid en ontwikkeling van de maatschappij. Opge­ roepen op 11 november 2015, van http://kvdl.nl/ wp­content/uploads/2015/05/Juridische­Actualiteiten­ Zorgvastgoed­Levensloopbestendige­wijken­als­ antwoord­op­beleid­en­ontwikkeling­van­de­ maatschappij

 

 

Mail the editors