SERVICE 25 jaar: Een tijdreis door het verleden – Het allereerste SERVICE Magazine
Editie: 25.3 The Big Five
Published on: 05 juni 2018
Terwijl de wereld in de ban was van het wereldkampioenschap voetbal en OJ Simpson, rolde in juni 1994 in Eindhoven de eerste editie van SERVICE (toen nog SerVicE) van de pers. Het magazine uitgeven door de gelijknamige studievereniging, die het jaar daarvoor was opgericht, moest de link leggen tussen studenten en het bedrijfsleven. De wereld is sindsdien flink veranderd en het magazine ging met deze veranderingen mee. Waar het eerste nummer enkel op papier en grotendeels in zwart wit gedrukt was, is het nu volledig in kleur geprint en digitaal beschikbaar. SERVICE redactieleden Lisanne Bergefurt en Jan Hein Jonkergouw gingen langs bij de allereerste redactie om te praten
over het eerste magazine en de verschillen met toen en nu.
Waarom
In 1993 was SERVICE opgericht vanwege het gebrek aan de focus op de commerciële kant van vastgoedbeheer binnen de faculteit Bouwkunde. Vanuit de studenten kwam na ‘een avond goed overleg met een krat bier’ het idee om zelf maar de verbinding tussen de opleiding en de vastgoedwereld op te zoeken. De faculteit ondersteunde de studenten in hun zoektocht naar toegepaste wetenschap en zo zag SerVicE het levenslicht, op figuur 1 staat het eerste bestuur in de pas opgeleverde Heuvelgallerie. Het eerste bestuur bestond niet volledig uit de zelfde groep als de eerste redactie, van de eerste redactie is helaas geen foto meer te vinden. De naam was een afkorting van Studievereniging Vastgoedbeheer Eindhoven, maar ook een verwijzing naar dienstverlening en commercie, begrippen die volgens de studenten meer centraal moesten staan in het vastgoedbeheer.
Niet veel later kwam het idee om ook een magazine uit te geven, daarmee was de eerste SERVICE redactie ontstaan. Rubrieken die in de eerste editie stonden zijn nu nog steeds terug te vinden in het magazine. Bijvoorbeeld de afstudeerverslagen en ‘een jaar in de praktijk’ zijn nog steeds aanwezig in deze editie. Een groot verschil met toen is dat de nummers nu een thema als uitgangspunt nemen voor een groot deel van de artikelen. Toen der tijd waren de onderwerpen van de artikelen niet gefocust op een thema. Toch zien de drie heren grote gelijkenis in de opbouw van het magazine al die jaren later, het idee achter het blad is gehandhaafd gebleven. Dat doet ze zichtbaar goed.
Het redactiewerk
Het werk van de redactie is over de jaren heen wel veranderd. Het eerste nummer stond vol met artikelen die de redactie zelf schreef. Inspiratie voor relevante thema’s kwam van onontgonnen gebieden binnen de faculteit, stages en projecten. De informatie vinden voor deze artikelen was destijds ook een stuk tijdrovender dan nu. Fysiek langsgaan bij bedrijven en projecten was toen een vast programma voor de redactie. Tegenwoordig benadert SERVICE voor de meeste artikelen externe auteurs en neemt de redactie vooral de redactionele taken op zich. Voor de artikelen die de redactie zelf schrijft is er sinds de jaren ‘90 een enorme informatiebron bij gekomen. Via het internet kan namelijk informatie over allerlei projecten binnen enkele seconden worden opgezocht, wat het werk een stuk makkelijker maakt. Technologie heeft niet alleen de inhoud van het magazine veranderd, ook de lay-out is gemoderniseerd (figuur 2). Het allereerste magazine stond op
een floppy disc en kon met hulp van desktop publishing worden vormgegeven. Dit werd gedaan in het computerlokaal van de faculteit (toen nog gevestigd in het Paviljoen) en het renderen alleen al nam de hele nacht in beslag. Als je het geluk had dat het in een keer lukte. Tegenwoordig staat het hele magazine vol met illustraties en is niet alleen de voorpagina in kleur, maar het volledige blad.
Het magazine nu
Wanneer de heren het nieuwste nummer voor zich zien herkennen ze nog veel terug van de oorspronkelijke opzet. Hoewel de vormgeving met de tijd is meegegaan blijven de originele elementen wel herkenbaar. Terwijl ze door de pagina’s bladeren laten ze weten trots te zijn op het magazine. Het is over de jaren een volwassen magazine geworden dat op een wetenschappelijke manier de link legt tussen de opleiding en het bedrijfsleven. Vanuit de praktijk krijgen zij ook positieve terugkoppeling op het magazine en de activiteiten van Serivice. Alle drie zijn meer dan twee decennia na hun afstuderen aan de TU/e nog steeds actief in de vastgoedwereld. Met veel enthousiasme praten ze over hun werk in de sector. Vrins vertelt dat het verbinden van de verschillende
belangen van stakeholders het mooie is aan zijn werk. Zuidberg vult hem aan door te zeggen dat vastgoed mensenwerk is. Van der Voort voegt toe, dat na al die jaren het werk nog steeds te leuk is om niet met projecten in de praktijk bezig te zijn. Na het gesprek in het Utrechtse stadskantoor worden er tijdens een kop koffi e in het gebouw nog de nodige ervaringen en anekdotes uitgewisseld. Een bekende architect spreekt de heren aan op zijn weg naar een presentatie voor de Welstandscommissie. Een ontmoeting die misschien wel symbool staat voor de geslaagde verbinding tussen universiteit en de praktijk.
