Eén jaar in de praktijk

Editie: 25.3 The Big Five

Published on: 06 juni 2018

Eerlijk is eerlijk, aan het werkende leven moest ik even wennen. Als werknemer wordt meer van je verwacht, niet alles staat voorgekauwd in een studieboek, er wordt niet gewerkt met herkansingen en daarnaast wordt er van de jonge broekies verwacht dat ze de innovatie van de universiteit aan hen overbrengen. Maar na één jaar in de praktijk kan ik vertellen dat ik een fantastische keuze heb gemaakt!


Tijdens mijn studententijd combineerde ik mijn studie met roeien op hoog niveau. Mijn bachelor kwam daardoor niet altijd op de eerste plaats en het werkende leven werd weggedrukt in een donker hoekje. Desalniettemin vond ik mijn bachelor Bouwkunde een supergave studie waarmee je een goed inzicht krijgt in alle facetten van de bouw en raakte ik geïnspireerd om het vastgoed in te gaan. Het leven als roeier was echter te aanlokkelijk en de stap naar een roeivereniging was dan ook snel gemaakt. Dit had tot gevolg dat ik lange perioden tot soms wel twaalf keer per week heb getraind en aan de start van grote wedstrijden gelegen heb. Dit heeft mij grotendeels gevormd tot de persoon die ik nu ben.

Tijdens master Real Estate Management and Development raakte ik aan de praat met Daan Tettero, die werkzaam was bij het zorgvastgoed team van Syntrus Achmea Real Estate & Finance (SARE&F). Zij ontwikkelen en beleggen onder andere in zorgvastgoed waarin zorg geleverd wordt. Dit was een sector in het vastgoed waar ik enorm geïnteresseerd in raakte. Na een goed gesprek met Daan ben ik als afstudeerstagiair bij SARE&F begonnen op de ontwikkelingsafdeling. Mijn onderzoek was gericht op het functioneel programma van eisen van anderhalvelijns gezondheidscentra. Dit zijn gezondheidscentra waar zowel eerstelijns zorg (bijvoorbeeld huisartsenzorg en fysiotherapie) en tweedelijns zorg (medisch specialistische zorg) wordt geleverd. Het doel was om meer inzicht te verkrijgen in de vereisten van een gezondheidscentrum. Tijdens mijn onderzoek heb ik veel kennis opgedaan over zorgvastgoed en de kansen die er nog liggen. Met het resultaat van mijn afstudeerscriptie was ik dan ook zeer tevreden en de stap naar mijn eerste echte baan was dichtbij. Ondanks dat er bij SARE&F veel stagiairs werkzaam waren, bleek dit bedrijf niet de juiste keuze voor mij als ‘young professional’.
Via mijn stagebegeleider kwam ik in contact met Jeroen Hermus, met wie hij regelmatig samenwerkt. Jeroen was werkzaam bij CBRE en hij gaf leiding aan een gespecialiseerd team met adviseurs in het zorgvastgoed. Dit team was in korte tijd snel gegroeid en daarom op zoek naar vers bloed. Dus besloot ik om met hem een keer een kop koffie te gaan drinken. Het toeval wilde dat ik op die dag jarig was en drie grote vlaaien bij me had om te trakteren op mijn stage. Zoals het gezellige Brabanders betaamt, bood ik hen een stukje aan. Maar het was 8:30 uur ’s ochtends en zij hadden net het ontbijt achter de kiezen, dus ze bewaarden het stukje voor de volgende keer. Tijdens het gesprek werd ik alsmaar enthousiaster over de functie die me aangeboden werd: junior consultant healthcare. In mijn ogen had de functie een enorm ondernemend karakter, omdat de markt van het zorgvastgoed nog zo groeiend is. Hierdoor zijn er nog maar weinig gebaande paden en moet nog veel worden uitgevonden. Daarnaast kon CBRE mij bieden waar ik naar op zoek was: een inspirerende omgeving met een gezonde mix tussen ervaren en jonge werknemers, die allemaal gebrand zijn om het maximale uit zichzelf te halen. Ik besloot de uitdaging aan te gaan.

Vrij snel na het afronden van mijn studie kon ik aan de slag bij CBRE. Het healthcare team waar ik in terecht kwam, bestond uit drie andere personen en was dus redelijk klein. Het team is onderdeel van de afdeling Development Services, dat adviseert in allerlei vraagstukken rondom (her)ontwikkelen en (technische) gebouwanalyses. Al snel kwam ik erachter dat de vraagstukken waar wij ons mee bezig houden een stuk breder zijn dan alleen dat. De zorgvastgoedsector is namelijk een nichemarkt waar maar weinig partijen actief in zijn. Om vraagstukken in deze sector te beantwoorden is daarom veel specialistische kennis nodig. Misschien wel het belangrijkste hierin is om ervoor te zorgen dat de zorginstellingen en vastgoedpartijen elkaar begrijpen en tot een duurzaam resultaat komen. Huurcontracten van 20 jaar zijn niet ongebruikelijk in de markt van zorgvastgoed. Dit houdt in dat partijen lang met elkaar verbonden zijn en dat het vastgoed goed aan moet sluiten bij de wensen van de bewoners en gebruikers. En dat is wat ik misschien wel het mooiste vind van het zorgvastgoed: de maatschappelijke factor met als doel het leven van zorgbehoevenden te optimaliseren.
Zorgvastgoed heeft altijd betrekking op mensen die zorg behoeven: gehandicapten, ouderen, chronisch zieken, kinderen of patiënten in een ziekenhuis of gezondheidscentrum. Dit zorgt ervoor dat de oplossing waarmee het hoogste rendement gehaald wordt, niet altijd de beste oplossing is. Het wonen en welzijn van de bewoners en gebruikers staat altijd voorop. Ik ben er dan ook heilig van overtuigd dat een goed gebouw een bijdrage kan leveren aan de gezondheid van de zorgbehoevenden. Dit is nog niet gebruikelijk in de redelijk harde wereld van het vastgoed, waarin rendementen en marktaandeel gezien worden als de belangrijkste graadmeters. Tuurlijk, de adviezen die we voor onze opdrachtgevers opstellen richten zich op waardeoptimalisatie, maar uiteindelijk draait het om de bewoners en gebruikers. Dit realiseerde ik me pas echt toen we afgelopen december naar een particuliere woonzorglocatie voor dementerende ouderen zijn geweest om daar Sinterklaas en Zwarte Piet te spelen. Samen met onze opdrachtgevers zijn we naar Zevenaar gereden waar zo’n 20 ouderen met geheugenproblematiek wonen. Dan krijg je pas echt een beeld bij het vastgoed en wat dit voor de ouderen betekent.

Maar wat heb ik afgelopen jaar verder nog allemaal gedaan? De projecten en adviezen waar ik aan mee heb gewerkt zijn enorm breed: verschillende herontwikkelingsstudies van (zorg)complexen die een nieuwe impuls nodig hebben, de verkoop van een groot voormalig ziekenhuisterrein dat herontwikkeld zal worden naar een woonwijk, een analyse voor een financieringsstrategie van een zorginstelling die nieuw- en herbouw wil plegen, markt- en haalbaarheidsanalyses van nieuwe projecten en publicaties over de trends en ontwikkelingen in de zorgvastgoedmarkt. Twee bijzondere projecten van afgelopen jaar zijn de Boomgaard in Rotterdam en het Missiehuis in Driehuis. De Boomgaard is een woonzorgcentrum specifiek gericht op Chinese ouderen. Namens een kopende partij hebben wij een advies gegeven over de marktkansen van dit woonzorgcentrum. Het was erg interessant om de verschillen tussen Nederlandse en Chinese ouderen in kaart te brengen. Voor een voormalig Missiehuis in Driehuis hebben we een business case uitgevoerd om de haalbaarheid van een herontwikkeling naar zorg te onderzoeken. De business case bleek positief en momenteel zijn we op zoek naar een zorgexploitant om na herontwikkeling in het voormalig Missiehuis te vestigen. Heel gaaf om te zien marktpartijen en zorgexploitanten samenwerken om kansen om te zetten tot nieuwe gebouwen.

Naast het ‘serieuze’ werken heb ik een aantal onwijs leuke sociale activiteiten gehad met mijn collega’s. Er werken veel jonge collega’s bij CBRE en enkele activiteiten we ondernomen hebben zijn wintersport met de afdeling, verschillende themaborrels, een trip naar Madrid met de young professionals en een hoop verschillende activiteiten.

Al met al heb ik me enorm ontwikkeld afgelopen jaar en daarbij heb ik heel veel leuke dingen kunnen doen. Ik zie nog steeds veel uitdagingen en kansen voor me. In de komende jaren wil ik mijn impact in het zorgvastgoed vergroten, zodat iedereen op een prettige manier oud kan worden.

Mail the editors