Zorgvuldig gestart: een innovatief woondienstenconcept voor jongeren met een psychische stoornis

Editie: 23.1 - Zorgvastgoed: ontwikkelingen in de care sector

Published on: 14 december 2015

Jong volwassen met een psychische stoornis staan nog maar aan het begin van een woon- en werkcarrière en hebben soms tijdelijk ondersteuning nodig. Het juiste woondienstenconcept kan daarbij helpen.


Cees van Pagee

Cees van Pagée is sinds september 2012 werkzaam als directeur bij Futuris Zorg & Werk B.V. Daarvoor is hij actief geweest op het gebied van het ontwikkelen van arrangementen in relatie tot arbeidsparticipatie. Eerst 8 jaar in Mozambique en Guinee Bissau en daarna in Nederland bij organisaties zoals DordtMij, ChainWorks en TNO-Arbeid.

Jos SmeetsJos Smeets studeerde sociale geografie in Amsterdam en is als Universitair Hoofddocent wekzaam bij de leerstoelgroep REM&D van de Faculteit Bouwkunde, Technnische Universiteit Eindhoven. Hij tevens directeur van het onderzoeksbureau Interface, verbonden aan diezelfde faculteit. Ook is hij sinds 2014 lid van de RvC van Futuris Zorg & Werk te Eindhoven.

 

 

Zorgvastgoed wordt vaak geassocieerd met dienstverlening aan ouderen in de vijfde levensfase. Maar ook mensen in de eerdere levensfasen hebben soms behoefte aan een zekere mate van zorg. Dit artikel gaat in op een zorgdienstenconcept voor jong volwassen met een psychische stoornis. Ze staan nog maar aan het begin van een woon- en werkcarrière en hebben soms tijdelijk ondersteuning nodig. Het juiste woondienstenconcept kan daarbij helpen.

Moderne levens lopen niet vanzelf, zo luidt de titel van een boek over levensloop en zelfsturing. Zelfsturing is in onze moderne samenleving een veronderstelde competentie. Samenleving, economie, arbeidsorganisaties en huishoudens vragen in toenemende mate om mensen die zichzelf beter kunnen sturen (Den Daas 2006). In de praktijk hebben echter (jong) volwassenen vaak problemen met het op de rails krijgen van een zelfstandig bestaan. Problemen van verschillende aard liggen hieraan ten grondslag; een ervan is autisme. Autisme is een stoornis die zich niet makkelijk laat omschrijven. Autisme kan namelijk op verschillende manieren en in verschillende gradaties tot uitdrukking komen. Om deze reden wordt vaak gesproken van autisme-spectrumstoornis (ASS). Naast klassiek autisme worden ook Asperger en PDD-NOS (Pervasive Developmental Disorder-Not Otherwise Specified) tot ASS gerekend. (Nederlandse vereniging van Autisme).

Jongeren met autisme zijn gebaat bij een goede begeleiding; bij het organiseren van het huishouden, het vinden van evenwicht in dagelijkse activiteiten (rust versus actie), hulp bij de financiële huishouding, begeleiding bij het wonen, studeren, recreëren en sporten, het opzetten en onderhouden van een sociaal netwerk en bij een zinvolle dagbesteding. Deze begeleiding moet leiden tot een steeds grotere zelfredzaamheid, zodat het leven uiteindelijk min of meer ‘vanzelf’ gaat lopen.

 

Passende woonsituatie
Een passende woonsituatie is een belangrijke voorwaarde voor dit proces van verzelfstandiging. Om de doelgroep een adequate woonlocatie te bieden is het wenselijk rekening te houden met de beperkingen van ASSers. Een geluids- en prikkelarme omgeving is aan te bevelen. Een locatie met veel groen, weinig verkeersbewegingen, niet bij een speelplaats of een kruispunt, in een sociaal vriendelijke buurt, binnen het bereik van openbaar vervoer, met parkeermogelijkheden, winkels op fietsafstand in een (middel) grote woonplaats wordt als het meest passend gezien. De (middel) grote woonplaats is gewenst omdat de doelgroep geacht wordt overdag naar werk of dagbesteding te gaan. Voor de deelnemers die werken dient rekening te worden gehouden met het feit dat de reisafstand van en naar het werk binnen een redelijke tijd aflegbaar is (maximaal dertig minuten enkele reis per fiets).

Naast een passende woonomgeving is ook de beschikbaarheid van een geschikte woonruimte belangrijk. Geschikte woonruimte bestaat uit de juiste mix van privé en semi-openbare ruimtes. Zelfstandige eenheden die gecombineerd worden met ontmoetingsruimtes binnen en buiten de woning. Het betreft vooral appartementen. Aangezien de doelgroep vaak slechts over beperkte financiële mogelijkheden beschikt of zelfs in de schuldsanering zit, is betaalbaarheid eveneens van belang. Een lage netto huur met beheersbare overige woonlasten is wenselijk. Een energiezuinige woning kan daartoe bijdragen.

In de praktijk zal ingespeeld dienen te worden op de omstandigheden in de markt. Naarmate de markt meer gespannen is – bijvoorbeeld in het betaalbare segment – zijn concessies onvermijdelijk. Bij het zoeken naar passende woonsituaties ligt een oriëntatie op de sociale huursector het meest voor de hand. Kwetsbare groepen behoren tot de aandachtsgroepen van beleid, mits ze voldoen aan de Brussel-norm. In de praktijk is er echter ook binnen de profit sector passend en betaalbaar aanbod, ook in de nieuwbouw.

Wanneer de zorgaanbieder een huurcontract aangaat met een profit of non-profit verhuurder is inzicht in de risico’s daarvan wenselijk. (Grinten v.d. 2014) Naast de gangbare beheerrisico’s (onderhoud, oneigenlijk gebruik) is vooral het leegstandsrisico aanzienlijk. De intake van cliënten is wisselend en kan leiden tot tijdelijke leegstand. Voldoende flexibiliteit in het huurcontract kan dit voorkomen. Naast de bijzondere doelgroepen moeten woningen ook tot op zekere hoogte aan andere starters toegewezen kunnen worden. De mix met bepaalde typen studenten of statushouders is haalbaar, zo blijkt in de Eindhovense praktijk.

Ook heldere afspraken met de verhuurder over reserveringen voor onderhoud zijn van groot belang. De woningen worden immers na een aantal jaren weer overgedragen aan de eigenaren, waarbij een zekere mate van slijtage onvermijdelijk is.

 

Werk ont-zorgt
Naast een passende woonsituatie met adequate begeleiding is een zinvolle dagbesteding essentieel voor de zelfredzaamheid van deze jongeren. De organisatie’ Futuris Zorg & Werk’ in Eindhoven heeft dan ook als bedrijfsfilosofie dat werk ont-zorgt. Onder werk wordt in dit verband verstaan: een zinvolle dagbesteding door maatschappelijk participeren, vrijwillig, betaald of onbetaald. Hierdoor geeft en ontvangt de cliënt waardering en ervaart zingeving, waardoor het geloof in eigen kunnen (self-efficacy) toeneemt. Uit ervaring blijkt dat tegelijk de behoefte aan begeleiding vermindert.

Futuris Zorg & Werk huisvest momenteel bijna 100 clienten. De eerste evaluaties op basis van elf cliënten laten zien dat door een afnemende zorgvraag een gemiddelde besparing van € 14.500,- per cliënt per jaar haalbaar is. Voorwaarde is wel dat er goede en betaalbare huisvesting beschikbaar is met professionele begeleiding en zingevende dagbesteding en job coaching. Dit laatste kan een prima aanvulling zijn op de traditionele ambulante begeleiding. Hierbij wordt intensief samengewerkt met een aantal stakeholders en de door hen ontwikkelde methodiek (TNO/ de Dariuz® methodiek). Bij het aanbieden van dagbesteding wordt samengewerkt met ondernemers uit diverse branches: horeca, land- en tuinbouw, Urban Farming, reparatie-werkplaatsen, softwareontwikkeling en -onderhoud. Door creatieve verbanden neemt het scala aan mogelijke dagbestedingen en werkervaringen snel toe. In samenwerking met een re-integratie-organisatie kunnen cliënten waar mogelijk begeleid worden naar de reguliere arbeidsmarkt.

Zorgvuldig gestart figuur 1

Figuur 1: De wooncarrière: stappen die leiden naar een zelfstandige woonsituatie

 

Stap naar zelfstandigheid
Een grotere zelfredzaamheid leidt uiteindelijk ook eerder tot een zelfstandige woonsituatie. Een belangrijk onderdeel is het zelfstandig wonen met als einddoel het zelfstandig huren van een eigen woning via de woningcorporatie of via een particulier.

De wooncarrière is in bovenstaand figuur gestileerd weergegeven. In de praktijk zijn er vaak een aantal tussenstappen die uiteindelijk leiden naar een zelfstandige woonsituatie: van begeleiding bij de cliënt in het ouderlijk huis, naar een groepswoning, naar beschermd wonen in een studio, naar een eigen appartement in het kader van beschermd wonen en uiteindelijk een eigen appartement of eengezinswoning. Voor starters op de woningmarkt zijn studio’s beschikbaar. Deze studio’s zijn relatief klein (achttien tot twintig vierkante meter) maar zijn zeer energiezuinig en betaalbaar doordat ze in aanmerking komen voor huurtoeslag. Cliënten leren hier onder andere hun woonruimte te onderhouden, voor zichzelf te zorgen en met hun directe omgeving samen te leven. Alle bewoners moeten zelf water, gas, elektra, internet en een woonverzekering afsluiten. Door deze diensten in te kopen op eigen naam ligt de verantwoording daar waar die moet liggen. Dit ontslaat Futuris echter niet van de plicht de cliënt hierin goed te begeleiden eventueel in samenwerking met zijn bewindvoerder/ budgetbeheerder.

Schoonhouden van de eigen woning, bijhouden van de tuin, geen overlast veroorzaken voor de buren, melden van noodzakelijke reparaties etc. zijn hier onderdeel van. Heeft een cliënt laten zien dat hij goed voor zichzelf, zijn omgeving en zijn woning kan zorgen dan kan hij ‘promoveren’ naar een appartement. Appartementen bieden meer ruimte (40 tot 55 vierkante meter), zijn duurder maar de huurtoeslag is hoger. Is de zelfredzaamheid van de cliënt eenmaal zodanig dat hij in staat is geheel zelfstandig te huren dan zijn er in Eindhoven de volgende opties:

  • de eerste optie is dat de cliënt wordt aangemeld bij de Stichting DOOR, in Eindhoven verantwoordelijk voor tijdelijke huisvesting. Indien de aanmelding wordt geaccepteerd krijgt de cliënt op relatief korte termijn (drie maanden) een woning toegewezen, meestal een flat, waar de zorgaanbieder het eerste jaar verantwoordelijk is voor het huurcontract. Na een jaar wordt bekeken of de cliënt zelfstandig genoeg is om de woning op naam van de cliënt
te zetten. Zo niet, dan kan dat nog twee keer met een half jaar verlengd worden. Zodra de cliënt het aankan wordt de woning ‘omgeklapt’ en volgt nog drie jaar begeleiding (in een afbouwfase).
  • de tweede optie is dat cliënt op basis van inschrijvingsduur (Eindhoven minimaal vier jaar) een woning krijgt toegewezen. Van belang is dat de begeleider goed in de gaten houdt dat cliënt vanaf dag één is ingeschreven bij meerdere corporaties en deze, waar nodig, worden verlengd.
  • een derde optie is dat de cliënt, indien de benodigde zelfredzaamheid aanwezig is, zijn huidige woning overneemt van Futuris Zorg & Werk. Deze optie is alleen mogelijk als ook de verhuurder/ eigenaar hiermee akkoord gaat.
  • de vierde optie is dat de begeleider samen met de cliënt gaat zoeken op de particuliere markt.

 

Tot slot
Uit de eerste evaluatie blijkt dat het integraal aanbieden van beschermde woonvormen in combinatie met dagbesteding en behandeling aan (jong)volwassenen met een psychische stoornis, haar vruchten afwerpt. Deze gecombineerde dienstverlening vergroot niet alleen de sociale en economische zelfredzaamheid, maar vermindert ook de kosten van de zorg. Goede en betaalbare huisvesting is een noodzakelijke randvoorwaarde. Daarom is het belangrijk dat eigenaren van vastgoed, zowel in de profit als non-profit sector, voldoende meedenken met en responsief zijn voor de ontwikkelaars/aanbieders van innovatieve zorgconcepten. Gemeenten en andere instellingen zouden de potentiële kostenvoordelen kunnen meewegen in de toekomstige besluitvorming ten aanzien van deze kwetsbare groepen. Zorgvuldig beleid maakt een zorgvuldige start van jongeren nog makkelijker. Hun leven loopt dan bijna vanzelf.

 

Notes

  1. De output van de re-integratiebranche is een terugkerend discussiepunt. Volgens prof. dr. Roland Blonk van TNO is het einde van die discussie in zicht. Tijdens het congres ‘Succesvol re-integratiebeleid’ op 2 april in Bussum presenteerde hij het wetenschappelijke meetinstrument Dariuz®. Dit instrument brengt de capaciteiten en loonwaarde van individuele mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt helder in beeld.

 

Bronvermelding
Daas, den M. (2006). Maskerade van de keuzebiografie. De problematiek van de zelfsturing bij jong volwassenen, In J. Dohmen en F. de Lange (red), Moderne levens lopen niet van zelf (pp75-87), Amsterdam

Grinten, van der J. (2014). Onderzoeksrapport Vastgoedrisico’s 2015. Technische Universiteit Eindhoven, Faculteit Bouwkunde, Real Estate Management & Development.

Nederlandse vereniging van Autisme http://www. autisme.nl/over-autisme/informatie-en-advies.aspx

 

 

Mail the editors