Het bepalen van de restwaarde bij de aankoop van vastgoed voor fiscale afschrijvingen

Het doel van dit onderzoek was om een methode(n) te ontwikkelen om de restwaarde van vastgoed bij aankoop te bepalen voor het vaststellen van de fiscale afschrijvingen. Dit blijkt een in de praktijk lastige en vooral zeer arbitraire kwestie die in tot veel discussies leidt. In de afschrijvingsarresten van 10 augustus 2007 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de restwaarde van vastgoed op het moment van aanschaf schattenderwijs moet worden bepaald op de waarde die het vastgoed bij de beëindiging van het gebruik in elk geval zal hebben, waarbij niet is vereist dat op dat moment reeds rekening gehouden moet worden met – bijvoorbeeld ten gevolge van de te verwachten inflatie – wellicht waarschijnlijke, maar nog niet zekere toekomstige waardestijgingen. Uit de overwegingen van de Hoge Raad valt af te leiden dat het fiscale voorzichtigheids- en realisatiebeginsel als uitgangspunt wordt gehanteerd. Redenerend vanuit de gedachte van de Hoge Raad zijn in beginsel twee standpunten verdedigbaar om de fiscale restwaarde op het moment van aankoop te bepalen.